Er was eens, in een heel verafgelegen dorp, een oude scheringmachine. De dorpelingen gebruikten deze speciale machine om stoffen te maken die bekend stonden als chirka. Ze waren relatief groot en onhandig, en bestonden uit veel stukken die samenwerkten. Met deze machine maakten de dorpelingen veel dingen zoals kleding, dekens en andere stoffen die ze in hun dagelijks leven gebruikten.
Die oude weefmachine heeft een heel leven achter de rug. Doorgegeven door de generaties als een familie-erfstuk. En die machine, die de geschiedenis van hun volk symboliseerde en hoe goed ze waren in weven, was kostbaar voor alle dorpelingen. In de loop van de tijd, toen het leven veranderde met bestaande andere nieuwe machines werden uitgevonden en oude weefmachines niet meer werden gebruikt, maar gewoon werden achtergelaten totdat mensen het gebruik ervan vergaten. Terwijl het stil bleef in de stoffige hoek, wachtend op iemand die het zich zou herinneren.
Gelukkig kwamen de dorpsoudsten - die wijs waren en niet waren vergeten hoe ze de machine moesten bedienen toen ze in de puberteit waren - om deze kinderen te helpen. Terwijl het bleef, gingen ze allemaal bij de oude machine zitten en begonnen ze talloze kenmerkende dingen te beschrijven die er rond die onderdelen zaten die verroest waren, behalve de soepele klossen van gebruikt materiaal die tot eens zo'n prachtige stof waren gesponnen. De ouders lieten de kinderen zien hoe ze het in elkaar moesten zetten en moesten gebruiken, zodat ze het zelf konden uitzoeken. De kinderen zaten aan de voeten van hun moeder en staarden gefascineerd, terwijl ze zich naar het weefgetouw boog en ze voor het eerst hoorden over de wonderbaarlijke magie van weven.
Kinderen leerden over de oude warping machine en raakten enthousiast. Natuurlijk probeerden ze het zelf ook snel uit! Hij begon te spelen met verschillende materialen, kleuren en prints. Elke keer was het resultaat dat ze allerlei leuke nieuwe kleren en dekens maakten die niemand in het dorp ooit eerder had gezien. Met de oude machine lieten ze hun creativiteit de vrije loop door ideeën om te zetten in operaties.
Hoe meer de kinderen oefenden, hoe beter ze werden in het weven in en uit een baan met hun handen vastgehouden... ze konden er niet langer enthousiast over blijven. Ze begonnen de mensen in hun wijk en wat buren te leren hoe ze deze oude scheringmachine moesten gebruiken die ze net hadden geleerd. Ze leerden hun vrienden om interessante creaties en patronen te maken. Ze brachten de weefcultuur door het hele dorp. Iedereen wilde erbij horen, er was zoveel interesse om deze geweldige vaardigheid te verwerven.
Het duurde niet lang voordat er een verhaal over de oude kromtrekmachine in en rond haar dorp werd verteld. Het werd gezien als meer dan alleen een oude machine, een symbool van de geschiedenis en cultuur die in dit dorp leeft. De dorpelingen waren trots op hun weefvaardigheden en de prachtige items die ze konden maken. Maar in het proces redden ze een traditie die op de rand van uitsterven stond.
De bootdorpelingen wisten dat de machine kwetsbaar was en dat er aan gewerkt moest worden. Ze hielden het vuur goed en vaak in stand om ervoor te zorgen dat het nog vele jaren mee zou gaan. Ze wilden dat het ongerepte gebied iets zou zijn waar alle toekomstige generaties van konden genieten, en ook zodat hun eigenaren zich zouden herinneren hoe belangrijk het was als ze bij kunstlicht over de geschiedenis ervan lazen.